“Ik wil niet blijven hangen in mijn herseninfarct, ik wil door!”

Frank Vanacker is een 60-jarige weduwnaar met twee volwassen dochters (24 en 28 jaar). Na een lastige periode, door ziekte en overlijden van zijn beste vriendin en een burn-out, kreeg hij op 18 december 2022 een herseninfarct. Frank was 58 jaar, verzekeringsadviseur en voorheen ook dansleraar. Inmiddels is hij volledig afgekeurd.

“Aan de buitenkant is niets aan mij te zien. Maar zoals bij veel anderen is er wel degelijk iets aan de hand. Ik heb moeite met mijn kortetermijngeheugen en ben gevoelig voor prikkels, vooral licht. In mijn praten ben ik ongeremd. Verder heb ik last van neuropathie (zenuwschade) en hemianopsie (halfzijdige blindheid) aan de linkerkant van mijn lichaam. Deze combinatie maakt mobiliteit lastig. Autorijden mag ik niet meer. Bij Visio heb ik een jaar therapie gehad om op een andere manier te leren kijken en scannen. Dat houdt me op de been.”

Structuur

“In de eerste periode na mijn herseninfarct reageerde ik als een struisvogel, bij alles wat ik las en hoorde over hersenletsel dacht ik ‘o, daar heb ik geen last van, ik mankeer niks’. Mijn dochters dachten er waarschijnlijk anders over, in die periode woonde mijn jongste dochter ook nog thuis. Een jaar na mijn herseninfarct bracht mijn oudste dochter informatie mee over behandeltraject Hersenz. Ze legde het op tafel met de opmerking ‘dit is wel wat voor jou’. Ondanks dat ik zelf geen echte doelen voor ogen had en niet wist wat ik ervan moest verwachten, heb ik me aangemeld. Ik vond het een heel aangenaam iets dat ik twee keer per week naar Hersenz moest. Het bood me structuur, opeens had ik weer een weekindeling. Want mijn leven was totaal veranderd. Geen werk meer en ook sociale contacten verliepen veel stroever. Er waren dagen bij dat ik niemand zag en dat de kassière van de supermarkt mijn enige gesprekspartner was. Voor Hersenz verruilde ik mijn joggingbroek weer voor ‘normale’ kleding. Iets waar mijn dochters blij mee waren.”

Plannen en organiseren

“Ik heb het Hersenz-traject enthousiast opgepakt en alle modules gevolgd. Gaandeweg leerde ik mijn medestrijders (zoals wij elkaar noemden), beter kennen en hoorde ik hun verhalen. Steeds vaker dacht ik ‘o ja, dat herken ik ook’. Wat me vooral heeft geholpen is de uitleg en de tips rondom plannen en organiseren. Daar had ik veel moeite mee. Ik heb geleerd om een agenda te gebruiken, op een heel andere manier dan ik gewend was voor mijn werk. Een afspraak op een bepaalde dag staat er nu ook al in op de avond ervoor, zodat ik weet wat komen gaat. Na de afspraak plan ik tijd voor herstel. Ook leg ik in huis dingen nu steeds op dezelfde plek. Veel tips klinken simpel en logisch, maar ik moest het mezelf wel aanleren. Want ik heb het op die manier nooit gedaan en eigenlijk wil ik het ook niet nodig hebben. Daar had ik in het begin erg last van. Maar dan hoorde ik weer ‘doe het nu maar want het gaat je helpen’.”

Neuriën  

“Door Hersenz kan ik beter omgaan met mijn ongeremdheid en ben ik milder geworden naar mezelf. Voorheen had ik een kort lontje als iets me niet lukte. Als ik bijvoorbeeld misstapte op de trap kon ik de hele ochtend chagrijnig zijn. Het lukt me nu ook beter om overprikkeling te voorkomen. Ik kan beter doseren en herken signalen. Zo heb ik last van neuropathie links, behalve in mijn hand. Als ik daar wél prikkeling ga voelen weet ik dat ik mijn grens bereik en moet reguleren. Ik ga dan neuriën om mezelf af te sluiten voor externe prikkels. Na een kwartiertje kan ik dan weer door. Ik heb het niet eens altijd in de gaten. ‘Weet je nu dat je aan het neuriën bent?’ vragen mijn dochters wel eens. Zij vinden overigens ook dat ik door Hersenz positief ben veranderd.”

Denken in oplossingen

“Van nature ben ik optimistisch en vrolijk en gelukkig kan ik dat nog steeds zijn. Ik wil ook niet blijven hangen in mijn herseninfarct en narigheid, ik wil door! Bij voorbaat er al van uitgaan dat iets niet gaat lukken past niet bij mij, ik probeer zoveel mogelijk in oplossingen te denken. Zo wilden mijn dochters heel graag een feest organiseren toen ik 60 jaar werd. Met 80 gasten en een zanger. Ik wilde dat het zou lukken en had voor mezelf geregeld dat ik in een apart kamertje een rustplek had. Met een goede stoel en drinken, oordoppen en een zonnebril binnen handbereik. Daar heb ik tijdens die avond twee keer kort gezeten. De dagen vóór het feest had ik geen activiteiten gepland, de dag erna ook niet. Het is allemaal prima gegaan. En toen de jaarlijkse playbackshow van de sportvereniging werd georganiseerd, wilde ik zoals altijd weer de presentator zijn. Mensen om me heen zeiden ‘dat kan je niet meer’. Ik dacht ‘wie bepaalt dat?’ Dus dacht ik na over aanpassingen en het lukte. Mijn dochter stond naast me, ik heb het gebruikelijke dansje ingezet en zij maakte het af.”

Hulp vragen en aanvaarden

“Wat ik aan anderen wil meegeven is dat het belangrijk is om positief te blijven denken en hulp te vragen en aanvaarden. Dat laatste heb ik zelf ook echt moeten leren. Maar naasten reageren vaak opgelucht. ‘Ik ben blij dat je dat vraagt, kan ik eindelijk iets doen’, verzuchtte mijn zusje. Ik heb nu ook een driewieler via de gemeente. Dat ik een helm op moet en een fluorescerend vestje aan vind ik eigenlijk helemaal niks. Maar ik focus me op wat die driewieler me brengt: meer zelfstandigheid en vrijheid. Een volgende stap die ik wil zetten is uitzoeken hoe en met wie ik weer op vakantie kan gaan. Want ik wil mijn dochters hiermee niet belasten, ik vind het nog te vroeg dat zij mijn mantelzorger worden.”

 

 

Over de auteur, Jeannette Heijting (64) Jeannette kreeg in 2009 twee herseninfarcten en heeft als gevolg daarvan niet-aangeboren hersenletsel. Ze volgde twee modules van Hersenz en kreeg stap voor stap weer regie over haar leven. Als ervaringsdeskundige en auteur zet ze zich in om de (onzichtbare) gevolgen van hersenletsel beter bekend te maken, zodat er meer begrip ontstaat. Dit doet ze door haar eigen verhaal en de verhalen van lotgenoten en naasten naar buiten te brengen.